Straling: primaire bundel en strooistraling.
De primaire stralenbundel is de belangrijkste factor om rekening mee te houden tijdens het maken van opnamen. Logischerwijze komt deze uit de röntgenbuis en wordt gericht met behulp van het lichtvenster of laserpointers. Deze bundel is, afhankelijk van de dosis, meetbaar tot op 10 meter achter de patiënt. Bij opnamen van gezelschapsdieren schiet deze bundel de grond in en is daardoor minder gevaarlijk. De horizontale bundel bij het maken van opname van paarden maakt dat u ook achter het paard moet opletten en kijken waar u de bundel naar toe richt.
De strooistraling ontstaat in de patiënt wanneer de primaire bundel daar op valt. De dosis van deze straling is veel lager dan die van de primaire bundel, ongeveer 1% van de dosis in de primaire bundel. Het patroon van de strooistraling is dusdanig dat de hoogste doses gemeten worden aan de kant waar de primaire straling vandaan komt, bij de buis dus. De groene lijnen zijn niet gelijk in lengte om de verhouding aan te geven tussen de diverse richtingen. De lengte is een maat voor de onderlinge verhoudingen.